Im Fernen Osten treten botanische Varietäten mit sehr unterschiedlichen Merkmalen zu den westlichen Arten und Sorten auf. Die Rosa Indica beispielsweise besitzt die Fähigkeit, beständig neue Blüten zu produzieren, ist dafür aber nicht sehr wetterfest. Auf Grundlage dieser Rosenarten haben die Chinesen zahlreiche Varietäten kultiviert, um ihre Gärten zu schmücken.

Auch wenn man nicht sicher weiß, wie genau (möglicherweise durch Karawanen oder über den Handel auf der Seidenstraße), gelangten einige von ihnen in westliche Gärten und haben sich dort mit den vorhandenen Varietäten gekreuzt.

Auf diese Art bildeten sich Mitte des 18. Jahrhunderts Rosen aus, die hybride Eigenschaften aufwiesen und vor allem nach ihrer Frühjahrsblüte erneut Blüten trieben.

Sie wurden in die Sorten der Herbst-Damaszener-Rosen und der Portland-Rosen (benannt nach der Gräfin von Portland, die aus dem Süden Italiens die erste mehrmals blühende Rose mitgebracht haben soll) unterteilt.

Die wohl faszinierendste der Portland-Rosen ist die „Mme Boll“ mit ihren üppigen, stark duftenden Blüten, die auf das Jahr 1858 zurückgeht. Im Handel findet man sie heute jedoch unter dem Namen „Comte de Chambord

In Estremo Oriente esistono varietà botaniche con caratteristiche differenti da quelle che presentano le specie e varietà occidentali. Il rosaio Indica, ad esempio, possiede la capacità di rifiorire quasi in continuazione, ma non sopporta il clima rigido. A partire da queste specie botaniche i Cinesi hanno selezionato numerose varietà per ornare i loro giardini.

Pur non sapendo esattamente in che modo (presumibilmente con le carovane della via della seta), siamo a conoscenza del fatto che alcune di esse furono introdotte nei giardini occidentali e si mescolarono alle varietà che vi prosperavano.

Fu così che apparvero, verso la metà del XVIII secolo, rose che presentavano caratteristiche ibride e, soprattutto, che fiorivano di nuovo dopo la fioritura primaverile.

Esse furono classificate in famiglie dal nome Damascena d’autunno e Portland (dal nome della duchessa di Portland che avrebbe esportato dall’Italia meridionale la prima rosa realmente rifiorente).

La varietà più interessante delle Portland è probabilmente la “Madame Boll”, con i suoi grandi fiori profumati, ottenuta nel 1858, poi messa in commercio sotto il nome di “Conte di Chambord”.

In het Verre Oosten bestaan wilde variëteiten met andere eigenschappen dan de Westerse soorten en variëteiten. Zo kan de Indicaroos bijna het hele jaar door bloeien, maar kan hij slecht tegen een streng klimaat. Uit deze wilde soorten hebben de Chinezen een groot aantal variëteiten geselecteerd waarmee ze hun tuinen verfraaiden.
We weten niet precies hoe dit is gegaan (misschien wel via de Zijderoute), maar verschillende soorten zijn tot de westerse tuinen doorgedrongen en hebben zich met de hier bloeiende soorten vermengd.
Zo verschijnen er in het midden van de achttiende eeuw rozen met hybride eigenschappen, die vooral na de lenteperiode bloeien.
Ze worden ingedeeld in families die ‘Herfst Damaceners’ en ‘Portland’ worden genoemd (naar de hertogin van Portland die uit Zuid-Italië de eerste echt doorbloeiende roos zou hebben meegenomen).
De interessantste Portland-roos is waarschijnlijk de in 1858 voor het eerste gekweekte ‘Mme Boll’, die met grote geurende bloemen onder de naam ‘Comte de Chambord’ op de markt is gebracht.

Le jardin remarquable de l’abbaye de Valsaintes à Simiane la Rotonde – Stage de jardinage et permaculture – Visite incontournable en Luberon, – Visite en famille en Luberon- Visite en famille en Provence.